Naar Home Naar hoofdstukken


ANTOINE DOMINIQUE BOYAVAL
IN HET FRANSE LEGER
1790 - 1815




Wij vonden het leuk - en gezien de geschiedenis interessant - om een verhaal, weliswaar in vogelvlucht, te schrijven over het leven van Antoine Dominique Boyaval. Wij hebben er naar gestreefd om alle feiten kloppend te maken. De meeste gegevens komen uit de Franse en Nederlandse archieven en uit diverse kranten. Zie ook hoofdstuk 4 over zijn genealogie.

Geboorteacte Antoine Dominique Boyaval
Geboorteacte Antoine Dominique Boyaval

Antoine Dominique is een Franse telg uit de Boyaval(Bojawal)- genealogie. Antoine Dominique heeft er voor gezorgd dat een Franse tak van de familie Boyaval in 1796 Nederlands is geworden. Via allerlei naamsverbasteringen, door een ambtenaar van de Burgerlijke Stand of door een Boyaval zelf, is de huidige Nederlandse naam BOJAWAL ontstaan. Door zijn vele huwelijken (drie) heeft de tak in Deventer (een zoon, Willemnus, geboren te Deventer uit z'n 2e huwelijk met Pieternella Labee) al gauw de naam Bojawal gekregen, maar de tak in Bergen op Zoom (twee kinderen uit zijn 3e huwelijk met Anne Mechtildis de Laat) heeft de naam Boyaval gehouden. Uit dit huwelijk wordt een tweeling geboren, een zoon, Jacob Joseph en een dochter, Marie Louisa Anna Catharina. Deze zoon overlijdt vermoedelijk al vrij jong (wij hebben in de archieven hierover niets kunnen vinden). Hierdoor sterft de Nederlandse tak onder de naam Boyaval uit.

Antoine Dominique Boyaval wordt geboren op 23 oktober 1768 te Saint-Omer (Saint-Omaars), gelegen in Frankrijk in het Departement Pas-de-Calais, als zoon van een meester-kleermaker en koopman. Antoine Dominique heeft in diverse kerkelijke- doop- en huwelijksregisters diverse voornamen gehad. Zo werd hij ook wel genoemd: Antonius Dominicus, Antonius Dominique, Antonie.

Fille Fortes Saint-Omer anno 1705..... Saint-Omer anno 1649
Links: Fille Fortes Saint-Omer anno 1705. Rechts: Saint-Omer anno 1677

Cathedrale de Saint-Omer.....
Prachtige prent van de Cathedrale de Saint-Omer (bron: Bibliotheek Nationale de France)

De vader van Antoine Dominique is Pierre Joseph Nemesi Boyaval, geboren op 19 december 1738 te Saint-Omer (Pas-de-Calais). Wanneer deze overlijdt is niet bekend. Zie ook hoofdstuk 5.

De moeder van Antoine Dominique is Marie Louise Lentrein, geboren in 1737. Zij overlijdt op 27 mei 1770 te Saint-Omer (Pas-de-Calais). Als zijn moeder overlijdt is hij pas anderhalf jaar oud.

Zijn vader huwt, drie maanden na het overlijden van de moeder van Antoine Dominique, te Saint-Omer (Pas-de-Calais) met Marie Nicole Joseph Colin.

Antoine Dominique groeit vermoedelijk op bij zijn grootouders: Dominique Joseph Boyaval (6 oktober 1707 - 6 februari 1789) en Catherine Louise Loeuillet. Dit is de eerste tak van de Boyavallen die in Saint-Omer (Pas-de-Calais) gaat wonen. Daarvoor komen ze allemaal uit Tournehem-sur-la-Hem, ook gelegen in het Departement Pas-de-Calais, regio du Nord. Zie ook hoofdstuk 6.

Bekend is dat, toen Antoine Dominique ongeveer zeven jaar oud was, zijn vader in 1775 het gezin heeft verlaten en met de noorderzon naar elders is vertrokken. Althans, dit verklaart Antoine Dominique tijdens het huwelijk met Anna Mechtildis de Laat in 1811. Ook wij hebben in de archieven van Pas-de-Calais niets meer over zijn vader kunnen vinden.

Niet zeker is of de twee broers van Antoine Dominique: Pierre Joseph en Victor Louis en zijn stiefzuster Marie Elisabeth wel bij hun vader en stiefmoeder (Marie Nicole Joseph Colin) zijn opgegroeid. Ook over deze twee broers hebben we in de archieven van Pas-de-Calais niets gevonden. Zie voor gegevens over zijn stiefzuster Marie Elisabeth Boyaval hoofdstuk 5. stamnummer 5.4.

Het zou ook kunnen dat zijn vader en stiefmoeder met de drie andere kinderen naar Parijs zijn vertrokken omdat daar ook een broer van zijn vader (Louis Joseph, geboren in 1748) naar toe is vertrokken en aldaar gehuwd is met een Française én omdat de stiefzuster van Antoine Dominique: Marie Elisabeth, voor haar huwelijk in Parijs heeft gewoond. Wij moeten dit nog verder onderzoeken.

Saint-Omer
Saint-Omer

Stukje geschiedenis van Saint-Omer

(Saint-Omer) Sint-Omaars is in de 7e eeuw ontstaan onder de naam Sithiu (Sithieu of Sitdiu), rond de door Aufomarus (Sint-Omaars of Odemaars) gestichte Sint Bertinusabdij. In de 10e eeuw krijgt de plaats haar huidige benaming. Sint-Omaars is een stad in het noorden van Frankrijk in het Departement Pas-de-Calais. Met het graafschap Artesië komt Saint-Omaars in 932 in bezit van de graven van Vlaanderen.

Sint-Omaars gaat door het verdrag van Pont-а-Vendin op 25 februari 1212 voor Vlaanderen verloren. Ferrand van Portuga probeert de stad terug te winnen maar hij wordt verslagen in de slag bij Bouvines. In 1384 komt Sint-Omaars onder de hertogen van Bourgondië, maar bij de Vrede van Nijmegen (1678) wordt Saint-Omaars aan Frankrijk afgestaan. Van 1559 tot 1790 is de stad de zetel van het bisdom Saint-Omaars.

In Frankrijk begint in juni 1787 de Revolutie. De Staten-Generaal worden na meer dan 175 jaar bijeen geroepen en op 14 juli wordt de de Bastille (staatsgevangenis) van Parijs bestormd. De Franse Revolutie is een politieke omwenteling in het laatste decennium van de 18e eeuw waarbij de Franse Monarchie wordt vervangen door een Republiek. Constitutionele en ideologische veranderingen gaan gepaard met burgeroorlog en terreur. De macht en de privileges van adel en geestelijkheid worden teruggedrongen ten gunste van de geletterde burgerij. De onderste bevolkingslaag wordt er niet beter van.

Ook Saint-Omer ontkomt hier niet aan. Omdat in Nederland stadhouder Willem V de macht grijpt vluchten er eind 1787 vele Nederlanders, voornamelijk (5000) Patriotten, naar Saint-Omer. De meeste gaan wonen in of buiten de stad. Eén op de tien inwoners van Saint-Omer is in 1788 Nederlander. De Franse koning heeft met de Nederlandse Patriotten te doen en regelt dat bij aankomst bedden voor hen klaar staan. Ook geven de Fransen de Nederlanders zakgeld. De Patriotten vormen een kolonie van politieke ballingen in Saint-Omer onder bescherming van de Franse regering.

De lokale bevolking stelt de Nederlandse aanwezigheid niet altijd op prijs. De Nederlanders staan nogal bekend als wanbetalers. De meeste vluchtelingen zijn jonge mannen en die drinken graag een borrel. Dit loopt nog al eens uit de hand en de Amsterdammers gaan regelmatig met de Utrechtenaren op de vuist. Of zij keren zich met z'n allen tegen de Fransen.

Patriotten verdrijven de Oranjegezinden..... Patriotten
Links: de Patriotten verdrijven de Oranjegezinden. Recht: Patriotten bijeen

Met vertrekpremies proberen de Fransen uiteindelijk de Nederlanders over te halen weer naar eigen land terug te keren. Een deel keert inderdaad terug. Maar anderen blijven in Frankrijk en brengen de tijd door met het plannen van een militaire inval in Nederland. Ze halen de Fransen over hen te helpen.

Antoine Dominique Boyaval: zijn Frans militaire tijd

In 1790 gaat Antoine Dominique, hij is dan 22 jaar, als beroepssoldaat in Keizerlijke dienst (in het Franse leger, Keizerlyke Trouppes). Er was toen nog geen dienstplicht in zijn land, deze werd in 1793 ingevoerd (levée en masse; grootschalige opkomst van het leger).

Artikel Courant 24 januari 1794
Een krantenartikel van 24 januari 1794 uit Parijs meldt dat de Nationale Conventie heeft geordonneerd dat de gehele Infanterie der Fransche Republiek, de Jager Bataillons inbegrepen, geformeerd zal worden in halve brigades. Dit houdt in dat, toen Antoine Dominique in Frankrijk in dienst ging, bij ons niet bekend is bij welk onderdeel hij toen is ingelijfd
Bataafse Republiek 1798-1801.. Betaafse vlag.. Bataafse Republiek 1801-1806
Links: landkaart Bataafse Republiek 1798-1801
Midden: de Betaafse vlag. Rechts: landkaart Bataafse Republiek 1801-1806
Door verovering van den Nederlanden door de Fransen in 1795, wordt de "Bataafse Republiek" de officiële naam voor de Republiek der Vere(e)nigde Nederlanden
Door de Franse Revolutie is de Franse Republiek ontstaan. In Nederland ontstaat de Bataafse Republiek onder Frans bewind.

De Franse tijd/het Frans bewind in Nederland omvat de volgende periode:

  1. Betaafse Republiek 1795-1801.
  2. Bataaf's Gemenebest 1801-1806.
  3. Koninkrijk Holland 1806-1810.
  4. Annexatie door het Eerste Franse Keizerrijk 1810-1813.

De Leydse Courant van vrijdag 23 januari 1795: ook de koppen van de kranten veranderen tijdens de Bataafse Republiek. Boven alle kranten is het verplicht om Vryheid, Gelykheid en Broederschap er boven te zetten
After the Republiek der Vereenigde Nederlanden had been overrun by de French "Liberators" under Pichegru, who was able to cross the rivers over the ice, the Stadtholder William Van Oranje and his family fled. On 19 january 1795 the revolution was a fact, and the patriots formed on the 26th a council of provisional representatives of the Dutch people. Based on their great example revolutionary France the Batavian Republic was created.
Frankrijk bezet de Republiek der Vere(e)nigde Nederlanden in januari 1795, schaft het oude Nederlandse (Staatse) leger af en richt een nieuw Frans leger op: het "Bataafse leger". Antoine Dominique moet als soldaat hierbij betrokken zijn geweest.

Het beroep van Antoine Dominique is Frans militair in Keizerlijke dienst bij de 2e compagnie, 2e bataillon jagers, depot kleermakers. (In 1793 heeft het Franse leger 14 bataillons Chausseurs a pied of légere (jagers). Deze zijn genummerd van 1 tot 14, maar worden later hernoemd en vergroot tot Demi-Brigade (halve Brigade).

Kledij lichte Infanterie 1795 (Jagers) Kledij lichte Infanterie 1795 (Jagers) Kledij lichte Infanterie 1795 (Jagers)
Kledij lichte Infanterie 1795 (jagers)

De vraag is kwam Antoine Dominique in 1795 met het Franse leger naar Nederland of misschien eerder (1793). Ondanks dat we het niet zeker weten gaan we er toch vanuit dat hij met het Franse leger (ARMEE DU NORD?) naar Nederland is gekomen en hier is gebleven omdat hij in Deventer een leuk meisje ontmoette.

Geschiedenis Deventer: de stad waar Antoine Dominique heeft gewoond

De mooie imposante gebouwen uit de 16e en 17e eeuw laten zien dat Deventer in vroeger eeuwen een rijk verleden heeft gekend. Een groot deel van de bevolking deelt echter niet in de welvaart. In de bogen van de stadsmuur vinden de armsten van Deventer onderdak. In enkele stukken stadsmuur aan de Welle, zijn deze bogen nog te zien. Toen de muren in de loop van de 19e eeuw werden afgebroken, kwamen er deftige herenhuizen voor in de plaats.

Vispoort
Vispoort Deventer

Deventer is in de middeleeuwen een rijke handelsstad. De inwoners willen hun bezit daarom goed verdedigen tegen vijanden en rovers. Bovendien willen de burgers zich beschermen als er oorlog moet worden gevoerd. Daarom worden er goede vestingwerken om de stad aangelegd.

In de 9e eeuw wordt er eerst een wal om de stad gelegd, waarop houten palissaden worden gezet, een soort hek van houten palen met scherpe punten. Later wordt er een gracht om de stad gegraven en een stadsmuur gebouwd. In de 14e eeuw wordt de stadsmuur zelfs verdubbeld. In de stadsmuur worden stadspoorten gemaakt en verdedigingstorens gebouwd. Maar de mensen moeten de stad natuurlijk wel in en uit kunnen. Daarom worden er verschillende stadspoorten gebouwd. Er zijn ongeveer twintig grote en kleine poorten. Aan de rivierkant van de stad zijn dat de Vispoort, de Duimpoort, de Melksterpoort en de Zandpoort.

De stadspoorten worden rijk versierd en bewaakt door de poortwachter. Aan de poort moeten de kooplieden, die hun waren op de markt van Deventer te koop aanbieden, tol betalen. Geboefte, bedelaars en melaatsen probeert men zoveel mogelijk uit de stad te weren. 's Avonds gaan de poorten dicht. Met het luiden van de poortklok wordt de sluiting van de poorten aangekondigd, wat betekent dat men zich moest haasten. Alleen tegen betaling van het zogenaamde poortgeld, wordt 's avonds nog de poort geopend. De sleutels van de stadspoorten worden in de hoofdwacht op de Brink bewaard. Volgens een instructie uit 1778 moesten de poortwachters zich daar melden om de sleutels in ontvangst te nemen. Vervolgens worden ze onder begeleiding van een gewapende escorte naar de poort gebracht. Omwille van de veiligheid van de vele kooplieden, die de markten van Deventer bezoeken, neemt het stadsbestuur een aantal maatregelen. In 1459 heeft het stadsbestuur besloten dat niemand een mes mag dragen dat groter is dan de lengtemaat die aan de deur van het stadhuis hangt. Ook bij de stadspoorten hangt een dergelijke maat. De maat, die de vorm van een mes heeft, heeft een lengte van 41 centimeter.

In de tweede helft van de 18e eeuw gaan er steeds meer stemmen op voor grotere invloed van de burgers op het bestuur van de stad. De aanhangers van deze nieuwe ideeën zijn de patriotten en zijn over het algemeen anti-Oranje gezind. In 1783 wordt er in Deventer een patriots vrijkorps opgericht en hun ideeën worden steeds radicaler. Met behulp van de Fransen wordt in 1795 in heel Nederland de beginselen van Vryheid, Gelykheid en Broederschap ingevoerd. Alle burgers van de stad hebben voortaan gelijke rechten.

De Franse Tijd en de periode kort daarna, brengt de stad Deventer weinig rijkdom en vreugde. Tot die tijd zijn de bestuurders van de stad baas in eigen regio. Maar er verandert heel veel. De stad Zwolle wordt de hoofdstad van de Provincie en de regio wordt verdeeld in gemeenten met elk een eigen bestuur. En ook de rechtspraak verandert. De stad heeft veel minder zeggenschap.

Ook in de Franse Tijd is Deventer een garnizoensstad. Er wordt in de oorlogstijd veel vernield. De stad verarmt omdat er weinig gehandeld en gewerkt wordt. Maar veel Deventenaren zijn in 1795 blij als Franse soldaten de stad binnentrekken. Men denkt dat de idealen van de Franse Revolutie (Vryheid, Gelykheid en Broederschap), die de Fransen mee naar Nederland brengen, veel zullen verbeteren.

Gezicht Deventer
Gezicht op de stad Deventer vanaf de overkant van de IJssel anno 1790
Weiland op de voorgrond met huisjes, veebootjes langs de oever. Links de schipbrug die leidt naar de overkant naar de kade buiten de stadsmuren. Banderol met het opschrift "Afconterfeitsel der Keyserlyke vry Anse Stad Deventer". Met links en rechts respectievelijk de wapens van Overijssel en Deventer
In de 19e eeuw raakt de vesting van Deventer in verval. Het IJsselfront verliest haar verdedigingsfunctie. Doordat Deventer een vestingstad is, moeten de muren, wallen en grachten worden onderhouden. De stad kan zich daardoor (in de eerste helft van de 19e eeuw) niet uitbreiden, wat gezien de snelle groei van de bevolking wel nodig is. Het toenemend verkeer begint steeds meer hinder te ondervinden van de poorten. Geleidelijk worden de poorten verwijderd om het verkeer een ruimere doorgang van en naar de stad te bieden. Eerst verdwijnen de binnenpoorten. In de tweede helft van de 19e eeuw worden ook de buitenpoorten gesloopt.

Antoine Dominique: huwt met Wilhelmina Mulders

Antoine Dominique huwt op 27 jarige leeftijd (voor de 1ste keer) op 23 februari 1796 te Deventer in de Rooms Katholieke Sint Lebuinuskerk met Wilhelmina Mulders, geboren op 30 januari 1775 te Deventer. Antoine Dominique is ten tijde van zijn huwelijk met Wilhelmina geen inwoner van Deventer.

Lebuinuskerk Deventer
De Lebuinuskerk- of Grote kerk te Deventer. In 768 bouwde Lebuinus een kleine houten kerk. Deze kerk werd door de Saksische heidenen verwoest in 770. Lebuinus herbouwde haar in 771 en hij stierf er een jaar later. In 774 werd de kerk opnieuw verwoest maar zij werd in 776 herbouwd
Antoine Dominique en Wilhelmina Mulders huwen samen met Jean L'Ollivier en Isabella Teunissen (vrienden van elkaar en elkaars getuigen). Jean L'Ollivier zit dan evenals Antoine Dominique in het leger.

Jean L'Ollivier zit als foerier bij de 3de Compagnie Bataafschen Dragonders in Deventer. De schoonvader van Antoine Dominique: Valentijn Mulders is in 1770 soldaat onder het 1ste battaillon van de Heere Generaal Ayle.

Jean L'Ollivier vertrekt vermoedelijk uit Deventer en is gelegerd geweest in Duitsland, want omstreeks 1802 wordt zijn dochter Johanna Petronella L'Ollivier geboren in Rinderfeld, gemeente Niederstetten in Duitsland, 50 km verwijderd van de plaats waar de slag bij Elchingen tegen Oostenrijk heeft plaatsgevonden met de val van Ulm.

Het lijkt erop dat Antoine Dominique nog een aantal jaren in Deventer gelegerd is want daar wordt zijn 1ste kind: Maria Catharina (1797) en een levenloos kind (1798) geboren.

Antoine Dominique Boyaval: zijn Bataafse militaire tijd

Hoe zal Antoine Dominique er als soldaat hebben uitgezien? We weten in ieder geval dat in 1798 wordt voorgeschreven hoe of de kledij voor de Nederlandse soldaten in het Franse leger er moet uitzien. Dit heeft nog heel wat voeten in de aarde. De fabrieken in de Gemenebest zijn niet in staat alle benodigde stoffen, 75000 ellen gebleekt Vlaams Linnen voor militaire hembden, Carfaay, witte Saay imperiaal (waar slobkousen van worden gemaakt) voor de kledij der Fransche Trouppes in Bataafse Soldy af te leveren. Ook het aanleveren van garen en wollen kousen geeft een groot probleem.

Artikel Leydse Courant 1798
Artikel in de Leydse Courant van 1798 over de voorgeschreven uitrusting van de Nederlandse soldaten in het Franse leger

In 1798 is Antoine Dominique Boyaval gedeserteerd uit het Franse leger. Het zou kunnen dat Antoine Dominique daarom een tijdje uit het leger is geweest. Maar........op 3 september 1798 wordt Antoine Dominique door Luitenant Kolonel Van Meurs weer in militaire dienst aangenomen voor een diensttijd van 6 jaar en 1 maand (Antoine Dominique zijn diensttijd duurt tot 31 januari 1804 (bron: Nationale Archief Den Haag) in de rang van fuselier in de 2e compagnie van het 2e bataillon van de 6e halve brigade Franse Troepen (dat heet dan het Bataafse leger).

De 6e halve brigade Bataafse Troepen
De 6e halve brigade Bataafse Troepen

Artikel Leydse Courant van 13 april 1801
Artikel in de Leydse Courant van 13 april 1801. Hierin is te lezen dat de 6e halve brigade, 2e bataillon in Bergen op Zoom is aangekomen

Het 2e bataillon van de 6e halve brigade Franse Troepen wordt later hernummerd tot het 17e bataillon Infanterie. Dit bataillon doet niet mee in de campagnes van het Bataafse leger tussen 1798 en 1801.

Het signalement van Antoine Dominique luidt: lengte 5 voet, 4 duim, 2 streek, 29 jaar oud, zwart haar, bruine ogen, zwarte wenkbrauwen, middelmatige neus en mond, ronde kin, mager wezen. Geloof Rooms.

Stamlijst

Stamlijst

Stamlijst

De stamlijst en signalement uit 1798 van Antoine Dominique van zijn compagnie en een aantekening in Keizerlijke dienst voor 8 jaar (van 1790-1798)

Antoine Dominique zit begin 1801 nog in het leger, maar hij heeft zijn diensttijd niet afgemaakt want op 31 december 1801 gaat hij met paspoort (dit is een goedgedragverklaring) te Amsterdam uit militaire dienst (hij had een contract tot 31 januari 1804). Dit moet hem nog een paar aardige duiten hebben gekost, want als een soldaat binnen drie jaar zijn contract met het leger verbrak kostte dat 150 NLG. Een soldatenwedde was per jaar maar 91 NLG. Daar moesten dan ook nog kosten af voor voeding, onderdak en geneeskundige zorg. Antoine Dominique zijn wedde was 5 stuivers per dag, 7 dagen in de week. Een contract verbreken kostte dan ook al gauw 75 NLG.

Een werkman verdiende gemiddeld 19 stuivers per dag, een ambachtsman 30 stuivers en een soldaat dus maar 5 stuivers per dag.

Het levensonderhoud is flink duur. Rond 1801/1805 moest voor onderstaande levensmiddelen het volgende worden betaald:





Pond rundvlees 7 stuivers
Pond schapenvlees 7 stuivers
Pond kalfsvlees 6½ stuiver
Pond kaas 9 stuivers
Dozijn eieren 9 stuivers
Pond brood 3 stuivers
Pond varkensvlees 9 stuivers
Pont boter 16¾ stuivers
Fles wijn 4½ stuiver



Antoine Dominique: huwt met Pieternella Labee

Antoine Dominique huwt voor de 2e keer, op de leeftijd van 33 jaar, en wel op 20 september 1801 te Bergen op Zoom met de 13 jaar jongere en 20 jarige Pieternella Labee (geboren op 17 januari 1781 te Deventer). Het echtpaar is alleen in Bergen op Zoom gehuwd maar zijn in Deventer gaan wonen. Ze wonen voor hun huwelijk beiden in Bergen op Zoom. Op 9 maart 1802 krijgt Antoine Dominique van de burgemeester van de stad permissie tot inwoning te Deventer.

Om te mogen huwen vraagt Antoine Dominique toestemming aan het Hoofdbestuur van het 2e Battaillon den 6e halve Brigade (deze toestemming krijgt hij op 26 augustus 1801). Hij zit dan dus nog in het leger.

Toestemming huwelijk Antoine Dominique Boyaval en Pieternella Labee Vervolg toestemming huwelijk Antoine Dominique Boyaval en Pieternella Labee

Antoine Dominique Boyaval vraagt het Hoofdbestuur van het 2e Battaillon den 6e halve Brigade toestemming voor zijn huwelijk met Pieternella Labee
Petronelle Labee is de dochter van de zuster van zijn 1ste echtgenote Wilhelmina Mulders (Anna Catharina Mulders). Niet bekend is of Wilhelmina Mulders (zijn 1ste echtgenote) is overleden als hij voor de 2e keer huwt. In het archief van Deventer is hierover niets te vinden. Hij huwt in ieder geval met iemand uit dezelfde familie.

Uit het huwelijk van Antoine Dominique en Pieternella Labee worden twee zonen te Deventer geboren t.w. Willemnus in 1802 (deze zet de stam voort) en Dominicus Valentinus in 1807. Dominicus Valentinus wordt niet als wettig kind erkend alhoewel dit vreemd is want zijn ouders zijn dan al wel gehuwd. Of dit tussen de beide echtelieden tot een scheiding heeft geleid is niet bekend. Wel is bekend dat Antoine Dominique in 1811 voor de 3e keer huwt en Pieternella Labee dan niet is overleden. Antoine Dominique en Pieternella Labee wonen dan in de Nieuwstraat 1053 te Deventer.

Hij verlaat Pieternella Labee en woont in 1807 te Bergen op Zoom (bron: wijkregister 1830-1835, deel 8, 8ste wijk, Bergen op Zoom).

Nieuwstraat circa 1860 Deventer.... Waltoren Deventer
Links: de Nieuwstraat circa 1860 te Deventer
Rechts: de Waltoren afgebroken in 1873 t.b.v. de doorbraak naar de Damstraat. De weergave van de huizen berust mogelijk grotendeels op fantasie (foto naar reproduktie van schilderij door E.A. Hilverdink, collectie Gemeentemusea), mogelijk uit 1871
Zeker is dat zijn zoon Willemnus, geboren in 1802, toen deze in 1831 trouwde met Maria Vlaming in aanwezigheid van zijn moeder Pieternella Labee, en vier getuigen een verklaring overlegden waarin zij hebben verklaard en ondertekend dat Antoine Dominique in 1812 met de Grand Armee naar Rusland is gemarcheerd en aldaar hij waarschijnlijk is overleden. Willemnus weet kennelijk zijn achternaam niet goed te schrijven, of is dit een verschrijving van de griffier van de Burgerlijke Stand? Want vanaf 1831 gaat de tak in Deventer (zoon van z'n 2e echtgenote) verder onder de naam BOJAWAL. De tak in Bergen op Zoom: dochter Marie Louisa Anna Catharina en zijn zoon Jacob Joseph (tweeling) van z'n 3e echtgenote gaat verder onder de oorspronkelijke Fransenaam BOYAVAL.

Antoine Dominique Boyaval: weer in Franse Dienst

Antoine Dominique Boyaval is vermoedelijk voor een korte periode weer uit het leger geweest. Niet bekend is voor hoe lang. Begin 1801 zit hij nog in het leger, maar op 1 december 1801 gaat hij met paspoort (dit is een goedgedragverklaring) te Amsterdam uit militaire dienst.

Vermoederlijk zit Antoine Dominique eind 1802 al weer in het leger en is hij er dus maar een korte tijd uitgeweest. In 1802 is Paulus Le Congé (oud 41 jaar) sergeant majoor bij het onderdeel van Antoine Dominique.

Leydse Courant 19 augustus 1803 ..... Leydse Courant 14 april 1801
Links: de Leydse Courant van 19 augustus 1803 meldt dat op vrijdag 12 augustus het bataillon (tweede bataillon der zesde halve brigade) waar Antoine Domonique inzit, aankomt in Bergen op Zoom en weer vertrekt (te scheep gegaan/per schip) naar Goes
Rechts: de Leydse Courant van 14 april 1801 meldt dat bij besluit van 7 april 1801 op voordracht van de Agent van Oorlog garnizoensverwisselingen der Bataafsche Trouppes zijn gearressteerd, hieronder het bataillon (tweede bataillon der zesde halve brigade) waar Antoine Domonique inzit. Uit Deventer wordt gemeldt dat de zesde halve halve brigade zich op 3 augustus 1803 van Deventer naar Bergen op Zoom begeeft. (Bron: Leeuwarder Courant 13 augustus 1803)

Huisvesting soldaten

Er zijn niet in alle steden kazernes om soldaten te huisvesten. De soldaten moeten dan ook vaak ondergebracht worden bij particulieren of in andere, daarvoor geimproviseerde, gebouwen. Ook Antoine Dominique heeft in het begin van zijn Nederlandse tijd geslapen bij particulieren of misschien wel in de Broederenkerk van Deventer (dit heeft vermoedelijk niet zo lang geduurd want begin 1796 huwt hij en had Antoine Dominique zodoende een eigen onderkomen). Aan het eind van de 18e eeuw komen enkele (veelal kerkelijke) gebouwen beschikbaar voor een kazernefunctie. Ook de Broederenkerk wordt tot 1803 gebruikt als opslagplaats en als kazerne voor de soldaten. Daarna hebben de katholieken in Deventer weer hun officiële eerste kerkdienst in de Broederenkerk.

Krantenartikel over de huisvesting van soldaten







Bij openbare publicaties op 11 juli 1807, wordt aangegeven dat voor de huisvesting van sergeanten, wachtmeesters, foeriers, korporaals, wanneer zij bij ingezetenen van de stad zullen logeren bij gebrek aan kazernes, betaald zal moeten worden 12 penningen s'daags per man en 7 penningen per cavalerie, artillerie of trainpaard. Voorts zijn er verorderingen waaraan de matrassen, stoelen, banken, tafels, eten, logementen en kazernes moeten voldoen. Ook moeten alle troepen die op mars zijn, en iedere militair die op zich zelf reist, op vertoon van hun marsroute bij burgers worden ingekwartierd. Deze burgers moeten aan hen benodigdheden verstrekken om het eten klaar te maken en het gebruik van vuur en licht aan hen leveren. Hiervoor wordt wel enige schadevergoeding gegeven. De burgers hoeven geen levensmiddelen te verstrekken. Wel mogen de burgers aan de militairen die bij hun zijn ingekwarteerd, groenten en wittebrood voor de soep geven uit naam van hun gastvrijheid.










De oorlogssituatie in en rond de stad Deventer 1795-1810

Ook Deventer maakt tussen 1795 en 1810 roerige tijden mee. Antoine Dominique woont daar tot ongeveer 1807.

In het begin van de Revolutie zijn veel mensen blij dat de Fransen het land binnentrekken. De Fransen worden zelfs als bevrijders gezien. Maar als Napoleon in Frankrijk aan de macht komt voert hij grote oorlogen in heel Europa. Daardoor komt er niet veel terecht van alle mooie idealen die men heeft. Het zijn dan ook onzekere tijden. De handel ligt bijna helemaal stil, zodat er weinig verdiend kan worden. Bovendien kost de oorlog heel veel geld. In Deventer zijn er veel soldaten die allemaal een slaapplaats moeten hebben en te eten moeten krijgen. Veel jonge mannen uit de stad moeten in militaire dienst om voor Napoleon te vechten.

Rond het jaar 1800 is er nog weinig hetzelfde. Af en toe vergadert de Staten-Generaal en de staten en steden hebben nog hun eigen vertegenwoordigers. Maar de verschillende staten, zoals Overijssel, willen toch vooral eigen baas blijven. En voor steden, zoals Deventer, geldt hetzelfde. Die hebben oude rechten en zijn in veel opzichten ook eigen baas. De stadsbestuurders willen dat het liefst ook zo houden. Toen in 1795 de Fransen ook Deventer binnentrokken en Nederland de Bataafse Republiek werd en onder Frans bewind komt te staan, veranderde er veel.

De Bataafse Republiek moet een eenheid worden en later zelfs een deel van het grote Frankrijk. Ons land wordt in Provincies en Gemeenten ingedeeld. Oude rechten worden afgeschaft en nieuwe regels worden ingesteld. Zo wordt voor het eerst overal in het land met hetzelfde geld betaald en loopt de klok in Deventer voortaan gelijk met alle klokken in het hele land en krijgt iedereen een achternaam.

Koekhuisje van Bussink Deventer




Koekhuisje van Bussink te Deventer


Napoleon Bonaparte stuurt zijn broer Lodewijk Napoleon naar Nederland om ons land te leiden. In 1806 wordt Lodewijk Napoleon zelfs tot koning van Holland gekroond. Op 4 mei 1809 brengt koning Lodewijk Napoleon een bezoek aan Deventer. De koning wordt in een aantal bedrijven rondgeleid. Zo komt hij ook bij de Deventer koekbakkerij van Bussink om een stukje Deventerkoek te proeven. Hij vindt de koek zo lekker dat hij meteen een bestelling plaatst. Bij zijn vertrek herinnert de vrouw van de bakker hem er aan dat mijnheer nog niet betaald heeft. Lodewijk Napoleon doet zijn best om geliefd te worden.

Hij praat altijd Frans, maar toen hij in Deventer op bezoek was heeft hij geprobeerd Nederlands te praten. Hij wilde zeggen: "Ik, uw koning....", maar hij zei per ongeluk: "Ik, uw konijn....".





Op 26 april 1814 wordt Deventer door de kozakken van de Fransen bevrijd. De stad wordt onderdeel van het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden. De koning benoemt de nieuwe stadsbestuurders die voortaan burgemeester en wethouders worden genoemd. Antoine Domonique woont dan inmiddels in Bergen op Zoom.

Antoine Dominique Boyaval: huwt met Anne Mechtildis de Laat

Op 20 maart 1811 huwt Antoine Dominique te Bergen op Zoom voor de 3e keer en wel met Anne Mechtildis de Laat. Antoine Dominique zit dan voor een korte periode wederom niet meer in het leger. Hij oefent het beroep uit van kleermaker. Dit beroep heeft hij van zijn vader, Pierre Joseph Nemensi, en zijn grootvader, Dominique Joseph, geleerd. Deze waren beiden meester-kleermakers. In de huwelijksacte is te lezen dat Antoine Dominique niet weet waar zijn vader is. Het huwelijk wordt voltrokken door de burgemeester van Bergen op Zoom: Gerard Vermeulen. Antoine Dominique woont dan in de Kortemeestraat 10.

Huwelijksacte 20 maart 1811 Vertaling huwelijksacte: op 20 maart 1811 verschenen voor mij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Bergen op Zoom, kanton Bergen op Zoom, departement des Deux Nèthes, Antoine Dominique Boiaval leeftijd 43 jaar 4 maanden en 5 dagen geboren in Saint Omer, departement du Pas de Calais, tailleur, domicilie Bergen op Zoom in de Kortemeestraat 10. Meerderjarige zoon van Pierre Joseph Nemesie Boyaval, meester kleermaker, afwezig sinds 36 jaar. Zonder enig bericht aan zijn familie te hebben gegeven, eveneens heeft hij nagelaten hieraan algemene bekendheid te geven in Saint Omer door de notaris en de burgemeester. De 7de van deze maand is dit wettig gemaakt door de president van de rechtbank, zitting houdend a Saint Omer. Mevrouw Marie Louise Lentrein is overleden in Saint Omer op 27 mei 1770 zoals blijkt de 5de van deze maand uit de overlijdensacte afgegeven in Saint Omer. Dominque Joseph Boyaval, zijn grootvader is overleden in Bourbourg op 6 februari 1789 zoals blijkt uit de geleverde overlijdensacte uit Bourbourg, departement du Nord de 8ste van deze maand. Catharine Louise Leuilet, echtgenote van zijn grootvader, is overleden te Saint Omer op 24 april 1776 zoals blijkt uit de overlijdensacte van Saint Omer de 7de van deze maand. En juffrouw Anne Mechtildis de Laat, leeftijd 36 jaar, 4 maanden en 6 dagen, geboren in deze stad en wonende in de Kortemeestraat 10. Meerderjarige dochter van Jean de Laat en Anne Mechtildis Hoeij (echtgenoot overleden). De aanstaande echtgenote verklaart onder ede dat zij onbekend is met de plaats van overlijden van haar vader en woonplaats van haar grootouders. Het is dan onmogelijk om hun actes van overlijden te overleggen. Deze verklaring onder ede en het huwelijk wordt voltrokken door de burgemeester Gerard Vermeulen.
Was getekend: Gerard Vermeulen, burgemeester te Bergen op Zoom (van 1808-1814). Het jaar 1810 is voor deze burgemeester een trieste periode. De ellende begint al in januari toen Franse troepen onder leiding van de heers- en hebzuchtige generaal J. Maison, op bevel van keizer Napoleon zich op 27 januari van Bergen op Zoom meester maakt. Op 1 februari plaatst Maison, als gouveneur van de stad, de burgervader onder huisarrest en laat hem de volgende dag schriftelijk weten dat hij voorlopig is geschorst. Als reden geeft de Franse generaal op het verzet van de burgemeester tegen het optreden van de keizer. Wat ook een rol speelt is de weigering van de burgemeester om Maison - en twee van zijn officiëren - een fikse maandelijkse toelage uit te betalen. Hoewel Maison al snel van het Bergse verdwijnt, hij wordt op 15 februari 1810 vervangen door geneaal Laurent, duurt de schorsing van de burgemeester tot 22 oktober van dat jaar
Antoine Dominique en Anna Mechtildis krijgen op 15 januari 1812 een tweeling: Jacob Joseph en Marie Louisa Anna Catharina Boyaval, geboren in de Zuivelstraat wijk 8 nr. 121 te Bergen op Zoom. Zijn maatjes Louis Marie Graveline, korporaal bij dezelfde compagnie als Antoine Dominique (ook al op de leeftijd van 42 jaar) en Pierre Calvat, Korporaal eveneens bij dezelfde compagnie zijn getuigen bij de aangifte van de geboorte van de twee kinderen.

De dochter van Antoine Dominique huwt op 18 augustus 1836 met Adrianus Briels, canonnier in het zesde kamp Genie van het zesde bataillon Artillerie Nationale Militie, alhier (Bergen op zoom) in garnizoen. Marie Louisa Anna Catharina Boyaval en haar gezin wonen in 1840 in de Schoolstraat 78 te Bergen op Zoom.

Van de zoon van Antoine Dominique, Jacob Joseph, is verder niets bekend. Volgens ons is deze al vroeg overleden omdat hij niet meer in de boeken voorkomt.

Antoine Dominique: gelegerd te Bergen op Zoom

De 9e van de slachtmaand (mei) 1810 wordt door de minister J.J. Cambier te Amsterdam bekend gemaakt dat de Vere(e)nigde Landen een departement zullen formeren van canonniers Kustwagters/Kustbewaarders (kustwachters) van welke de hoofdplaats zal zijn Bergen op Zoom. Om in dienst te treden bij de Compagnie Canonniers Kustwagters worden er wel verschillende voorwaarden gesteld waaraan moet worden voldaan. Zo mag men niet jonger zijn dan 25 en niet ouder dan 45, tenminste 5 voet lang, 2 duim Rynlands zijn en geen lichamelijke gebreken hebben. De diensttijd duurt 5 jaar. Tevens wordt het soldij voor de verschillende rangen bekend gemaakt. Antoine Dominique is dan sergeant, dus hij krijgt een soldij van 80 cent per dag (van dit onderdeel maakt Antoine Dominique deel uit). Hij is dus in ieder geval tot mei 1815 in dienst geweest. Ook zou het kunnen dat hij nog voor drie jaar heeft bijgetekend. Langer kon niet omdat bij het bereiken van 50 jaar het dienstverband eindigt.

Artikel Leydse Courant 11 mei 1810 formeren van Canonniers Kustwagters
Artikel in de Leydse Courant van 11 mei 1810 over het formeren van Canonniers Kustwagters


Voorwaarden en soldij om in dienst te treden bij de Compagnie Canonniers Kustbewaarders

Kledij soldaten van de kustwacht Garde des Cotes (Gardes Cotes) in 1812 en 1813
Kledij soldaten van de kustwacht Garde des Cotes (Gardes Cotes) in 1812 en 1813

Brieven aan Gerard Vermeulen, burgemeester van Bergen op Zoom

Kort daarop blijkt uit onderstaande briefwisseling dat Antoine Dominique weer in het leger is gegaan of toch nog steeds in het leger zit. Hij is dan inmiddels bijna 44 jaar.

Standaardbrief van het bureau Militaire aan de Prefect van de twee nethen te Antwerpen Vervolg standaardbrief van het bureau Militaire aan de Prefect van de twee nethen te Antwerpen
Links: een standaardbrief van het bureau Militaire aan de Prefect van de twee Nethen te Antwerpen.
Rechts: het vervolg van de brief (de originele/ingevulde brief is in Bergen op Zoom
Rapport van 12 september 1812 van kapitein Sinkerig of Sinhorig van Fort Lillo dat Antoine Dominique Boyaval is gedeserteerd op 9 september 1812 in de middag

Rapport van 12 september 1812 van kapitein Sinkerig of Sinhorig Le Captaine Commandant la 127ste Compagnie Canonniers Garde des Cotes (als onderkomen heeft deze Captaine fort Lilloo in het dorp Lillo aan de kust/haven van Antwerpen, zijn meerdere in Antwerpen is Le Colonel Directeur D’artillerie de heer a Chapelle) waarin wordt vastgesteld dat Antoine Dominique Boyaval is gedeserteerd op 9 september 1812 in de middag. De vertaling is als volgt: Antoine Dominique Boyaval is ingelijfd bij de 24ste Artellerie Divisie met als hoofdkwartier Antwerpen. Zijn registratienummer is 298 en behoort bij de 127ste Compagnie Canonniers Gardes Cotes. Het signalement van de deserteur is: kind van Joseph Louise Isadore en Louise Lantrain. Antoine Dominique is geboren op 25 oktober 1775 en wonende te Bergen op Zoom in het kanton de Departement de twee nethen. Hij is 1 meter en 65 centimeter lang, vierkant gezicht, hoog voorhoofd, ogen grijs, neus recht, blond haar, wenkbrauwen blond, persoonlijk kenmerk: de onderlip smal (=la lèvre inférieure étroite). Zijn laatste woonplaats is Bergen op Zoom in de twee nethen. Antoine Dominique is bij de compagnie gekomen op 25 oktober 1811 en is gelegerd te Bergen op Zoom. Zijn rang is sergeant.

Zijn gegevens in dit rapport zijn niet correct. Zo is hij geboren op 23 oktober 1768 en niet op 25 oktober 1775. Zijn vader heet niet Joseph Louise Isadore maar Pierre Joseph Nemesie. Zijn moeder heet niet Louise Lantrain maar Marie Louise Lentrein.

Fort Lillo België
Foto: Fort Lillo. In 1747 wordt het fort door de Fransen aangevallen en ingenomen.In 1748, bij het verdrag van Aken, gaat het over in Hollandse handen. In 1785 komt het fort door het verdrag van Fontainebleau in Oostenrijkse handen, maar wordt door de Brabanders in 1789 aan deze ontfutseld. In 1792 wordt het fort ingenomen door de Luikse vrijwilligers. In 1793 keren de Oostenrijkers nog even terug op het fort. In 1794 krijgt het fort een Franse bezetting. Tot het in 1814 door de Engelsen gebombardeerd wordt. In 1815 gaat het fort weer over in Hollandse handen, tot het verdrag der 24 artikelen op 22 juni 1839 het fort overgaf aan België. Al die tijd is het fort Lillo een unicum geweest in de geschiedenis, daar er buiten de militairen ook burgers tussen de fortmuren woonden, en werkten, ook tijdens de bezettingen van het fort. Er bevond zich ook een garnizoenskapel tussen de fortmuren, eerst waren er protestantse diensten totdat bij de Oostenrijkse bezetting, in 1785, ze aan de katolieken wordt overgedragen. Doch na terugname, in 1815, door de Hollanders werd er besloten de kapel om te vormen tot arsenaal, doch de gemeente nam dit niet en in 1827 werd het een katholiek bedehuis.
De Sous-Préfet van het Arrondissement te Breda, bureau deserteurs, schrijft op 5 december 1812 een brief (onder nummer 202) aan de burgemeester van Bergen op Zoom, Gerard Vermeulen, het volgende: meneer de burgemeester, ik heb vernomen dat genoemde Antoine Dominique Boyaval, ingelijfd op 1 oktober 1811 bij de 127ste compagnie de Canonniers Gardes Cotes, op de 9e september 1812 deze heeft verlaten. Deze persoon is vertrokken naar zijn gemeente. Wilt u ter vervanging een andere man voor deze deserteur verzorgen. Met de meeste hoogachting. Onder deze brief is, na ontvangst van de brief van de burgemeester, aangetekend dat hij geen deserteur is. Met deze briefwisseling is de zaak afgedaan. Antoine Dominique is niet gedeserteerd.

Aan soldaten die voor 25 maart 1810 wel zijn gedeserteerd worden bij decreet van zijne majesteit Napoleon een generaal pardon, amnestie of kwijtschelding van straf verleend aan alle deserteurs en wederspannigen te Bergen op Zoom welke zich binnen de daarvoor bepaalde tijd melden bij de autoriteiten. Dit decreet werd zowel in de Nederlandse als Franse taal publiekelijk gemaakt door de burgemeester van de stad.

In 1812 wordt Antoine Dominique bevorderd tot sergeant van de 127ste Compagnie Canonniers Gardes Cotes te Bergen op Zoom (kustwacht). Dat zijn onderdelen die in 1811-1812 worden opgericht om de kust te bewaken. Deze onderdelen zijn niet in 1812 naar Rusland vertrokken. De Gardes Cotes en de Mobiele Artillerie te Bergen op Zoom bestaan uit totaal 129 man. De Mobiele Artillerie bestaat uit 29 man en 60 paarden. De Gardes Cotes bestaat uit 100 man. Dit zijn twee Compagnieën van elk 50 man. Deze onderdelen maken deel uit van de 6e Artillerie Divisie.

In 1812, ten tijde van de diensttijd van Antoine Dominique in Bergen op Zoom, vindt de Russische veldtocht, overtocht van de Dnjepr, inname van Smolenks, de overwinning bij Borodino, bezetting van Moskou en de rampzalige terugtocht waarbij de Grande Armee vrijwel vernietigd wordt, plaats en keert de keizer in Parijs terug.

Aanval op Bergen op Zoom

Leydse Courant 17 december 1813..... Britse militairen in actie
Links: artikel in de Leydse Courant van 17 december 1813 waarin vanuit Willemstad wordt gemeld dat de Engelsen op weg zijn naar Bergen op Zoom om deze te veroveren
Rechts: Britse militairen in actie
Op 16 december 1813 vallen in Tholen (Zeeland) 1200 man Engelse Gardes binnen. Deze worden de volgende dag door ruim 300 man artillerie, enige veldstukken, en door nog ruim 3000 man infanterie aangevuld. Deze zullen allemaal op het eiland worden ingekwartierd. De 19e december macheren 400 man naar Maartensdijk, maar dezelfde dag arriveert een regiment Engelse infanterie dat met circa 800 man om de stad heen trekt en de weg naar BERGEN OP ZOOM zal inslaan. Behalve dit worden er nog meer troepen verwacht. De steden Bergen op Zoom, Vlissingen, Veere en Fort Bath zijn nog door de vijand bezet, maar men verwacht zwaar geschut om direct de aanval te beginnen. Inmiddels zijn Engelse barkassen de Schelde afgezakt tot op een half uur afstand van Bergen op Zoom. De voorposten staan te Kruiningen, één uur van Bath en te Halteren en één uur van Bergen op Zoom. Aan de andere kant van Bergen op Zoom staan de voorposten Wouw en Ossendregt. Men verwacht, behalve het zwaar geschut, ook nog brandraketten om de operatie krachtdadig aan te vangen.

Op 22 december 1813 zijn ruim 4000 man Engelse troepen te Stavenisse ontscheept en naar Tholen opgetrokken vanwaar zij verder naar Bergen op Zoom zullen trekken. In deze vesting zijn slechts 450 man Fransen achtergebleven en bevinden zich 7000 man Engelse, Russische en Pruissische troepen (bron: Leeuwarder Courant, 6 januari 1814).

Op 26 december 1813 is Bergen op Zoom door de Engelsen geheel ingesloten. Enige schepen met meel en vluchtgoederen van douanes en andere Franse administratieën die uit Bergen op Zoom naar Vlissingen en Antwerpen worden verscheept zijn door de Engelsen prijsgemaakt. Ook zijn er in de verte kanonschoten en schieten uit een klein geweer naar de zijde van Bergen op Zoom gehoord. Het enige waarvoor gevreesd moet worden is vorst en ijs, waarop de Fransen dan ook zeker zullen wachten.

Krantenartikel 3 januari 1814
Krantenartikel van 3 januari 1814 waarin melding wordt gemaakt dat het o.a. rondom Bergen op Zoom al vol is van krijgsvolk


Op 8 maart 1814 vindt er een aanval plaats op Bergen op Zoom door de Britten, maar deze mislukt jammerlijk. Er staat een cruciale fout in het artikel, n.l. 13 maart 1813, dit moet zijn 13 maart 1814. Het artikel staat n.l. in de krant van woensdag 23 maart 1814 (Leydse Courant)
Op dinsdag 8 maart 1814 om 10.00 uur zijn van Rosendaal en andere omliggende plaatsen, ongeveer 3000 Engelse troepen opgerukt met stormladders en ander gerij om tot een aanval over te gaan. Vernomen wordt dat zij die dag tot Halteren tussen Steenbergen en Bergen op Zoom gemarcheerd zijn en vervolgens in den nacht een wel overlegde, maar zeer ongelukkige aanval op Bergen op Zoom hebben gedaan. Het is omstreeks 11.00 uur s'avonds als 1000 man in alle stilte de vesting naderen en over dezelfde, zo het schijnt gelukkig, de wallen beklimmen en in de stad komen.

Onder aanvoering van Antoine Dominique's, kapitein-commandant van de 127ste Compagnie Canonniers Gardes Cotes, zijn zo'n honderd man goed voorbereid om de vesting te verdedigen, samen met circa 2500 man van andere legeronderdelen.

Onderstaand stukje is de letterlijke tekst van het krantenartikel.

Intussen zijn de overigen de poort genaderd en deze meenden dat zij gerust binnen kunnen trekken. Dan de vijand die waarschijlijk dezelfde spionnen gebruikt had, waarvan zich de Engelse bediend hadden althans van alles schijn verwittigd geweest te zijn en gevolgelijk zijne maatregelen daarna had genomen had zijne macht (=manschappen) gedeeltelijk gereed gehouden om de over de wallen gekomen Engelsen met overmacht van alle kanten aan te tasten en terzelfde tijd op de binnenrukkende uit het geschut dat in de afgesloten straten geposteerd stond, een geweldig vuur met schroot te maken. Er werd ene met wijlstijd met woede doch ongelijke middelen in de stad gevochten dan zowel de over de wallen gekomen als de in de stad inrukkende Engelsen moesten met een aanzienlijke verlies aan doden, 1500 gekwetsen en krijgsgevangen de wijken nemen. Wij hebben hier met innerlijke droefheid een gedeelte der Engelse troepen die zich zo uitmundend bij ons gedragen en aller harten voor zich had ingenomen, zien terugkomen en beklagen zeer het gruwelijk verraad waarvan zij de slachtoffers zijn geweest. Naar men verneemt is een plan der Fransen ontdekt volgens hetwelk zij het voornmen zouden heben zich uit Walcheren en Batz met het garnizoen van Bergen op Zoom te verenigen en vervolgens van daaar gelijktijdig met het garnizoen uit Antwerpen een aanval op de Engelsen linie die zich van Breskaat tot aan de Schelde uitstrekt te doen.

Willemstad meldt op 12 april 1814: een courier heden alhier bij de Engelsen aangekomen, heeft het bericht gebracht dat de Franse garnizoenen in Bergen op Zoom en Antwerpen onder het geroep van Leve de Koning, Leve Lodewijk XVII de witte kokarde opgezet hebben, men kan reeds vrijuit in en uit die steden komen.

Krantenartikel 11 mei 1814
Krantenartikel van 11 mei 1814

Op 3 mei 1814 wordt Bergen op Zoom bezet in naam van Z.K.H. (door het Nederlandse leger). Op 26 augustus 1814 wordt door Z.K.H. een geheel nieuw Stedelijk Bestuur gekozen. Burgemeester Gerard Vermeulen (deze was burgermeester en wordt honorabel ontslagen) wordt niet herkozen. Later wordt hij wel weer burgemeester van Bergen op zoom.

Plattegrond Bergen op Zoom 8 maart 1814
Plattegrond van Bergen op Zoom anno 8 maart 1814

Antoine Dominique Boyaval: het leven in Bergen op zoom na 1814

Na 1814 komt het leven van Bergen op Zoom weer in iets rustiger vaarwater. Na de slag bij Waterloo, op 18 juli 1815, vinden wij Antoine Dominique terug als burger te Bergen op Zoom.

Door de eenheid van Nederland en België is Bergen op Zoom niet langer een grensvesting maar nog altijd wel een versterkte stad met een eigen garnizoen. Bergen op Zoom speelt een bescheiden rol in de politiek en de economie gaat niet goed. De werkloosheid is groot en daarmee ook de armoede. Het aantal bedeelden groeit en de criminaliteit neemt toe. Vooral ook de oogsten die in 1816 mislukken, de veepest, besmettelijke ziekten en de overstromingen in 1820 verergeren de malaise.

De jaren 1815-1830 staan ook voor de agrarische sector te boek als crisistijd.

Dat Bergen op Zoom in de jaren 1814-1830 niet dicht bij de grens ligt betekent o.a. dat de verdedegingswerken minder aandacht krijgen en het garnizoen sterk wordt verminderd.

In 1815 krijgt de stad haar eigen eerste kazerne het Markiezenhof. Daarvoor was dit gebouw een hospitaal voor militairen.

In 1816 zijn de belangrijkste bedrijven in Bergen op Zoom de potmakerijen waar rood-bruin gekleurd aardewerk wordt vervaardigd. In 1816 zijn er 11 potterijen met totaal 60 vaste werklieden. De potmakerijen zijn voornamelijk gevestigd in het Havenkwartier.

In 1816 heeft de vestingstad 5700 inwoners en is daarmee de grootste plaats in Noord-Brabant, ten weste van Breda.

Door de Belgische opstand in 1830 krijgt Bergen op Zoom de oude status van grensvesting weer terug. Het garnizoen telt begin 1830 nog maar 600 man, in november zijn dit er al 6000.

In 1830 telt Bergen op Zoom 1282 woonhuizen. In 1840 telt Bergen op Zoom 7451 inwoners waarvan 3406 mannen en 4045 vrouwen.

Een ware ramp doet zich voor op 29 maart 1831. Met een enorme knal ontploft het kruidmagazijn bij het bastion de Stoelenmat. Het bastion ligt in de buurt van de gevangenenpoort. De 21 militairen die in het magazijn werken overleven de klap niet, terwijl 24 soldaten gewond worden afgevoerd naar het militair hospitaal. Het aantal doden onder de burgerij is drie. De schade is groot, de soldaten in de stad komen de burgers te hulp bij het blussen van de brand, het wegdragen en verzorgen van de gewonden en het puinruimen. De omgeving van de Stoelenmat biedt een trieste aanblik. Vooral de Lievevrouwestraat heeft veel geleden. De schade wordt geschat op 58.500 gulden. De koning schiet te hulp en schenkt 3000 gulden uit eigen middelen.

Ontploffing kruidmagazijn Bergen op Zoom 1831
Ontploffing op 29 maart 1831 van het kruidmagazijn te Bergen op Zoom

Hoe Antoine Dominique en zijn maatjes Louis Marie Graveline en Pierre Calvat in deze wirwar van gevechten, overgave, bevrijding van den Nederlanden zijn gevaren, blijkt alleen uit de geschiedenis.

Ondanks zijn Franse afkomst is Antoine Dominique na de bevrijding van Bergen op Zoom een burger van den Nederlanden geworden. Antoine Dominique komt (na het verlaten van zijn 2e echtgenote) in 1807 naar Bergen op Zoom (bron: wijkregister 1830-1835). Antoine Dominique woont in 1815 (zijn beroep is dan kleermaker) samen met zijn 3e echtgenote en dochter in een eigen huis in wijk F zesde wijk nr 10 (bron: wijklijst 1815 wijk F zesde wijk huisnr 1-62).

Postzegel 1804 Bergen op Zoom
Een postzegel van 25 cent uit 1804 gebruikt in Bergen op zoom, ingevoerd tijdens de Franse Republiek

Op 10 april 1815 passeert er bij notaris Christiaan Lach de Bère een acte van Procuration en Brevet op de heer Vallienne of Vallieune te Parijs. Deze acte kost twaalf stuivers. Wat voor connectie had Antoine Dominique met Parijs? Helaas ontbreekt deze acte in het archief zodat niet bekend is wat deze acte inhoudt. (Bron: Notarisarchief 1815 Bergen op Zoom, notaris Christiaan Lach de Bère, 2 lijst alfabet pagina 43, 301 repertoire pagina 6, acte 49 aantekening nummer 368, 289 minuutacte acte 368.)

Vanaf 15 januari 1816 tot en met 1842 is hij bij allerlei getuigenissen en dopen van kinderen aanwezig. Antoine Dominique woont in 1830 met zijn 3e gezin in de Accijnsstraat 6 en tussen 1830-1835 in de Roozemarijnstraat 44 (bron: deel 8, 8ste week). Ook wonen hier zijn dochter, schoonzoon en twee van zijn kleinkinderen. In 1840 woont Antoine Dominique met zijn 3e echtgenote in de Koevoetstraat 63.

Hij heeft maar liefst 24 jaar in het leger gezeten.

Onderweg tijdens onze zoektocht naar het leven van Antoine Dominique waren wij er van overtuigd dat hij in 1812 (zoals zijn zoon Willemnus in 1831 verklaart) inderdaad met de Armee naar Rusland was gemarcheerd en aldaar was overleden. Maar tot onze verwondering kwamen we Antoine Dominique in de archieven van Bergen op Zoom weer tegen als hij daar in het huwelijk treedt. Kennelijk heeft hij zijn 2e gezin wijs gemaakt dat hij met het leger naar Rusland moest. Of heeft de moeder van Willemnus dit niet aan hem willen vertellen? Of moest het misschien voor iedereen verborgen blijven dat hij bij z'n 2e vrouw was weggegaan? Heeft z'n derde vrouw dit wel geweten? Is hij wel gescheiden van z'n 2e vrouw? Deze vragen zullen vermoedelijk altijd een misterie blijven. Maar........wij blijven zoeken naar informatie over het roerige leven van Antoine Dominique Boyaval.

Koevoetstraat Bergen op Zoom 1830 ....... Koevoetstraat Bergen op Zoom 1832
Links: poort in de Koevoetstraat te Bergen op Zoom anno 1830. Rechts: Koevoetstraat gebouwd in 1832 te Bergen op Zoom

Op 1 augustus 1844 komt er een einde aan het leven van Antoine Dominique Boyaval. Hij overlijdt in de Koevoetstraat 63 te Bergen op Zoom op de leeftijd van 75 jaar. Zijn overlijden wordt aangegeven door zijn 34 jarige schoonzoon Adrianus Briels en door de 57 jarige Jan Goes, bekende van Antoine Dominique. Hij heeft nog net de geboorte van zijn 5e kleizoon: Antonius Dominicus Briels, geboren op 13 juni 1844, meegemaakt.

Handtekening Antoine Dominique Boyaval

Naar Home Naar hoofdstukken